Zoals elk jaar is oktober borstkankermaand. Ook dit jaar is er weer genoeg reden om daarbij stil te staan, want één op de zeven vrouwen krijgt ermee te maken. Er komt steeds meer aandacht voor de psychische impact en de nasleep van de ziekte die bij veel vrouwen diepe sporen nalaat.
Lenneke Hoope krijgt op 37-jarige leeftijd te horen dat ze borstkanker heeft. Wat volgt is een jaar vol angstige en verdrietige, maar ook bizarre en grappige situaties. Dingen die ergen zijn is een stripverhaal dat kwesties aankaart die veel kankerpatiënten tegenkomen: de medische mallemolen, merkwaardige reacties en adviezen, maar ook het omgaan met allesomvattende angst en het oppakken van je leven als de behandeling klaar is.
De treffende tekeningen van Lennekes hartsvriendin Anneloor van Heemstra maken dit universele verhaal over levensbedreigend ziek zijn op een bijzondere manier herkenbaar. Door die innige samenwerking, en een vriendengroep, die dit boek verrijkt met hart-onder-de-riem-berichten in de vorm van appjes, krijgt vriendschap een glansrol in Dingen die erger zijn.
‘In de grote thema’s en de kleine details is deze strip een intiem, grappig en eerlijk verhaal – er wordt hier niks heldhaftig “verslagen” of “overwonnen”, en dat is er precies zo goed aan.’
Renske de Greef, schrijver, illustrator en columnist
‘Deze strip is het mooiste, liefste en grappigste wat ik ooit over dit onderwerp heb gelezen.’
Tjitske Reidinga, acteur
Anneloor van Heemstra en Lenneke Hoope zijn al 25 jaar vriendinnen.
Anneloor is documentaire regisseur: ‘In mijn werk merk ik wat het doet met mensen als zij hun verhaal vertellen. Het is een intens proces, het verwerken van een trauma. En ik
stel soms moeilijke of pijnlijke vragen. Met deze strip deed ik in feite hetzelfde, alleen was de camera nu een pen en
was de hoofdpersoon mijn goede vriendin.’
Lenneke is redacteur en werkte onder andere voor National Geographic Traveler: ‘Anneloor wist moeiteloos mijn angst, wanhoop en zelfspot in haar tekeningen te verwerken. Ze heeft immers alles van dichtbij meegemaakt.’