Blijf lekker binnen en verwarm je huis met haardhout. Dit wil je natuurlijk doen met zo min mogelijk rook. Begin dan bij het begin, met het hout. Het is beter voor het milieu als het hout droog en schoon is. Ook belangrijk om te weten: je kunt niet zomaar alles in de kachel gooien. Je doel is optimale verbranding en dat gaat niet met bewerkt, vies of vochtig hout.
Drogen is belangrijk
Bij de keuze voor het juiste haardhout is drogen het toverwoord. Houtblokken van goede kwaliteit moeten wel twee jaar drogen of soms nog langer. Net gekapt hout bestaat voor de helft uit vocht, dit is te veel om te kunnen branden. Voor schoon stoken mag de vochtigheid niet meer zijn dan 25 procent. Je kunt ovendroog hout kopen of je hout droog opslaan.
Welke houtkachel heb je?
Je houtkachel speelt ook een rol bij de ideale verbranding. Een speksteenkachel kan eerder beginnen met opwarmen als je elzenhout gebruikt. Trage branders met een mooi vlammenspel zijn eikenhout, berkenhout en essenhout. Voor een extra schone verbranding en veel warmte kun je het beste kiezen voor berkenhout. Wat je beter kunt vermijden in een houtkachel: vuren en grenen, naaldbomenhout, populierenhout,pallethout,kastanjehout en tropisch hardhout.
Ontbranding
Maak het vuur aan met aanmaakblokjes,houtblokken en aanmaakhout. Gebruik om het vuur brandend te houden haardgereedschappen, zoals een pook of tang. Houd voldoende zuurstof in het vuur door het hout te verschuiven en te verplaatsen. Leg regelmatig nieuwe houtblokken op het vuur. Stook met brandhout uit eigen omgeving, want verplaatsen over grote afstanden kost veel fossiele brandstof. Zorg voor een rustig vuur en zet een gietijzeren haardplaat tegen de achterkant van de muur. Zo verhoog je de warmtestraling met 50%.
Houd het vuur levend
En als je haardhout eenmaal brandt, dan wil je het natuurlijk zo goed mogelijk brandend houden. Er zijn een aantal zaken die je goed in de gaten moet houden om een optimaal vuurtje te krijgen. Het is bijvoorbeeld van essentieel belang dat er voldoende zuurstof is in de houtkachel. Als dit niet het geval is kan het vuur niet staande houden. Mocht het vuur niet goed branden, dan kun je kijken of je de zuurstofregelaar verder open kunt zetten.
Fijn stoken
Het kan voorkomen dat je te veel of te weinig blokken haardhout tegelijkertijd gebruikt. Het aantal blokken haardhout moeten consistent zijn om te kunnen stoken. Een goed vuur is te herkennen aan rustige gele vlammen. Een slechte verbranding merk je door het ontstaan van oranje vlammen en donkere rook.
En als het vuur gedoofd is?
De aslade dien je regelmatig te legen, want als deze vol is dan functioneert de kachel niet meer optimaal. Ligt er as in de stookruimte? Dit kan gewoon blijven liggen. De kachel brandt namelijk fijner als er een laagje as in ligt en de stukjes houtskool van de vorige verbranding zullen tijdens de volgende stookbeurt hun werk doen.
Lees ook: Hoe zorg je voor een sfeervolle tuin